Transitiepad van een branche: afvalverwerkende industrie

De primaire taak van afvalverwerkende industrie (AVI’s/AEC’s) is het milieu hygiënisch verwerken van brandbaar restafval en residuen van recyclingprocessen. Door het hierbij terugwinnen van (duurzame) energie en secundaire grondstoffen, worden ergens anders in de keten emissies vermeden.

Ook kunnen AVI’s/AEC’s het grote warmtepotentieel dat overblijft is verder benutten. Via de CO2-heffing hebben de AVI’s/AEC’s in 2021 een reductieopgave van één Mton fossiele CO2 in 2030 gekregen.

Hero

AVI’s/AEC’s hebben individueel plannen voor CO2-afvang gemaakt om gezamenlijk in 2030 dit doel te halen; de eerste installaties zijn inmiddels in bedrijf. Realisatie van dit gezamenlijke doel is onder meer afhankelijk van beschikbaarheid van subsidies (SDE++), afzetmogelijkheden voor CO2 en beschikbare CCS-capaciteit en infrastructuur.

Ook het al dan niet meetellen van negatieve emissies en CCU-opties zijn hiervoor medebepalend.

Op dit moment stuurt de heffing op CO2 opslag. De afvalsector richt zich echter bij voorkeur op CO2-hergebruik, omdat dit beter past in een circulaire economie en goed is voor de emissiereducties van Nederland.

De aanscherping voor AVI’s/AEC’s in het Belastingplan 2025 zorgt ervoor dat eerder gemaakte plannen financieel niet meer haalbaar zijn, waardoor de reductiedoelen juist verder uit zicht komen te liggen.